Pagina's

Toen vrouwen nog spraken

Lang geleden toen de vrouwen nog spraken, was er een heel andere wereld. Toen waren mannen nog niet zo bang van grote wolven, grote kapitalen en grote regens; Zeker er was al wel eens een oorlog, milieu werd toe zeker niet minder verwoest. Maar het was ook de tijd van de grote perversie.

Er klonken toen zeker heel wat mooiere klanken maar er was ook zeker meer vuiligheid. Een oppervlakkige toeschouwer zou kunnen denken dat door de sprekende wezens meer vuil werd gemaakt. Maar het gebeurde wel juist omgekeerd door de pijn van het vuil werd het zwijgen verbroken en werd de mens aangespoord om meer gelijk en menselijk te zijn.

Maar in die menselijkheid had men niet zo universeel een eensgezinde liefde. Het was wel mooi maar niet voor iedereen en zeker niet voor de mindere mens die het toch niet verdiende. De vraag is dus zeker hoe kwam men dan op dat onzinnige idee om vrouwen te laten spreken. De verklaring valt terug op een ander fenomeen namelijk dat vrouwen toen een machtspositie hadden verkregen. Over de oorsprong ervan floreren diverse theorieën. De overwinnaars van de oorlog en vooral zegeningen van de oorlogsindustrie is zeker een heel oude. Maar dan zit men wel met een hele generatie verschil. Een andere en zeker ook belangrijke verwijst naar een seksuele bevrijding maar ook daar protesteert de tijd. Ze zullen hun belang hebben gekend maar er was meer.

Als men als een goede navorser van geschiedenis in het vuil van die periode ging graven, zou men zeker ook iets anders vinden. De eerste vaststelling is dat men dan over de eerste en zelfs enige periode in de geschiedenis sprak waar oorlog grotendeels beëindigd was. Er waren nog wel enkele boosdoeners maar globaal gesproken waren er geen partijen meer over om op te jagen en te bestrijden. De muren waren gevallen, de gordijnen gescheurd en de nieuwe bedreigingen moesten nog wakker worden. Het tweede punt was dat de seksuele bevrijding ook afgelopen was. Men had geen last meer van moeder wordende vrouwen maar hun eigen voordeel was uitgeblust zeer tot goedvinden van de mannelijke bezitter. In de al vermelde vuiligheid ontbrak elke oorlog scherf  maar werd dit ruimschoots gecompenseerd door tranen en bloed van andere wellusten.

In deze tijd konden de vrouwen dus zonder bezwaar praten want er was geen hoogstaande rede nodig over de kunst van oorlog voeren. Maar zeker nog belangrijker hun praten die ook geen afbreuk aan de lusten die men als mannelijke jager toch moet  bevredigen. Oorlog is daar een dankbare bron voor maar ook in vredigere situaties kan men hieraan voldoen. Het was hier wel essentieel voor dat het nuttige voorwerp alias vrouw sprekend meewerkte.

Ogenschijnlijk lijkt het een onmogelijke zaak maar het is praktisch heel eenvoudig. Laat het nuttige voorwerp heel lustig spreken maar zorgt dat het vooral door de welwillende hand der jager gevoed blijft. Men geeft hiermee aan een groep in schijn een vrijheid maar in werkelijkheid is ze nog meer afhankelijk en gehoorzaam dan anders. Men kan zodoende wel boze woorden tegen de jacht spreken maar als boontje op het jagersloon komt staat de stoofpot zacht te sudderen. De sprekende groep zal dan ook zonder verpinken de eigen lotgenoten de duivel aandoen en de edele jager volop in de watten blijven leggen.

Een praktisch voorbeeld had men in Antwerpen op het einde van de 20ste eeuw. In de laatste decennia van de 20ste eeuw had een 400 jaar oud jachtgebied het trieste hoogtepunt bereikt van ellende en misbruik. Diverse jonge mensen zijn een vergeten dood gestorven, nog meer leefde in een slavernij en dienden voor het gerief van honderden verteerders. De koning zag,sprak en werd vergeten. De vrouw zag het ook, sprak en werd niet vergeten. Mooi, zou men kunnen denken. Maar het trieste is dat het niet zo mooi was, wat er gesproken werd was geen aanklacht, veroordeling van misbruik en nog minder een verlenen van hulp aan diegene die gebruikt werden. Het was de verkondiging van hun vervolging, hun minimaliseren tot twintigste rang burgers en vooral veel haat als racisme en vergeten zedigheid.

Deze haat leidde tot een golf van achtervolging van juist de zuchtende vrouw. De werkelijke misdadigers werden hierbij vrij spel gelaten. Het probleem loste zich zodoende ook niet op enkel de vrouw leerde het spreken af.

Wie in deze onverkwikkelijke affaire zeker een rol speelde waren de twee steunpilaren voor een gunstige jacht. De winstgevende verkoper van heiligheid en heilige aanprijzer van het aardse dienen in twee schijnbaar heel verschillende tonelen dezelfde grootheid van de almacht van onderdrukking. De eene kan met goddelijke ernst de zwakheid, onspreekbaarheid en onreinheid van de vrouw hard maken. En de andere koopt daar het recht op met glitter en olie. Het lijkt onvoorstelbaar maar in een al gevorderde 21e eeuw is de heilige Drievuldigheid van onderdrukking, mensenhandel en geweld nog steeds de grote macht van aanzien. En is de vrouw meer dan ooit tot zwijgen gedoemd op straffe van veroordeling van opstandigheid, hoererij en verstoring  van de goede orde.

Men zou zich kunnen afvragen waar die vooruitgang van de mens gestopt is. Welke onzalige school is de schuldige aan het niet meer aanleren van spreken of dit zelfs af te leren. Of heeft man juist de scholen gesloten die de vrouw tot een hoger besef van gelijkheid te brengen. Een heel belangrijke factor is dat de scholing mee deel moest worden van het zedelijk bestel van jaagtechnieken; Een milieu waar geen degelijke vrouwelijkheid in kon floreren; Men verkocht letterlijk en figuurlijk het dochter recht voor een pan bonen die men zelf moest klaarmaken. Dit moest dienen om een belofte van een wildschotel te verkrijgen maar het wild was men zelf en dat werd niet beseft.

En de moeder bleef verder huilen om haar zonen en vergat de dochters.

Nultollerantie tegen bonen

Compleet ongewild kon men niet naast de recente golf van gehavende figuren. Naast handelaars en juristen spreekt het vanzelf dat ook de media-gebruiker niet ontsnapt aan de lijst der gekwetsten.



Voor wie zou twijfelen, de bijgevoegde foto is recent en compleet zonder trucage. Er is ook geen enkel poging gedaan om zielig te lijken of iets in scene gezet. Deze garantie heeft men niet bij andere voorvallen en is qua achtergrond dan zelfs zwaar te betwijfelen.

De feiten dateren van vrijdagnacht om 2 uur in de morgen op de grens van Borgerhout en Berchem. Dit is wel een gekend drugsgebied. Ik zelf kende het toch al toen ik nog een iets knappere tiener was, daarvoor wist ik niet wat drugs was. Maar deze geweldpleging is niet gepleegd door enige aan drug gerelateerde persoon. De dader was ook geen verontwaardigde aanhanger van enige religie, die zijn er ook overvloedig aanwezig van diverse pluimage. De dader was zelfs geen strijder op staatsbevel als politie. Kandidaten zouden er anders genoeg zijn en aan mijn lieftallige verschijning ed zal het ook niet liggen.

Als illustratie van de gevaarlijkheid van dit gebied wil ik zeker verwijzen naar de feiten van 12 mei 1999. Toen viel er op dezelfde grens, nog ietsje verder van de Grote Markt reeds een dode, nl mijn broer Wilfried Paulus. Deze dode was zeker ook drugs gerelateerd. De getuigenis van zijn eigen dochter (8 jaar toen) vermelde dat het hele gebeuren startte toen hij haar poogde weg te halen uit een plaats waar men drugs verhandelde. (bron PV politieverhoor)

Maar zoals zowel lijkschouwer als rechter al oordeelde is de moord toen ook niet gepleegd door enig iemand in relatie tot dit gebeuren. De moordenaar zat en zit nog altijd in het politiebureau een kleine km verder. Deze misdaad is natuurlijk niet eens degelijk onderzocht laat staan door enige rechter bekeken. Men sluit immers toch geen geweldpleger en zelfs moordende mensen op die een dwang en haat regime in stand houden.

Maar terug naar de huidige tijd. De drugshandel is er dus nog altijd even bloeiend als 10 of 30 jaar terug.  De straten zijn hier en daar heraangelegd maar zelden echt beter. De drankgelegenheden mogen geen rokers meer toelaten, maar dat is hun toch geen zorg. Wat zeker minder vernomen wordt is het voorkomen van moordende politie. Maar hun noeste werk van zedelijkheid op dringen wordt nu wel stelselmatig overgenomen door een officieuze militie gekend als zedenpolitie. Dit is zeker geen vooruitgang. Of politie iets verbeterd is is al niet erg zeker, men kan het hopen. Maar deze vervangen door een ongecontroleerde zelfs onbeschreven zedenpolitie is zeker geen verbetering.

Het agressie gedrag van deze groep is zeker niet meer beperkt dan een politiewerking (en dat is al niet veel) Zoals het recente nieuws al aan toonde is mensen neersteken en ineen trappen al gedoogde praktijken. Zaken waar men bij reguliere politie zich niet eens aan waagt. Nog recenter blijkt dat deze groep ook controle heeft over alle niveaus van rechtspleging. De term zedenpolitie is dus ietwat misleidend, het is niet enkel (zeden)politie maar ook wetgever, rechter, advocaat en beul. Kortom het is zeden-dwang in een complete structuur.

Een tweede factor wat dit ongezonder maakt is dat de werking in tegenstelling tot politie op geen enkel officieel of anders beschreven instituut slaat.  Politie en aanverwanten kennen een hele wet en regelgeving die hun taken, werking en vorm omschrijven. Dit is geen garantie tegen misbruiken maar maakt dat men duidelijk weet om wat het gaat. Een zedenpolitie daarentegen steunt wel op geschreven tekst van goed en kwaad. De bron wordt dan zelfs snel een hogere macht dan een Koning of ander politiek ideaal en God genoemd. Maar de meest voorname stukken zijn zowat dezelfde perverse en corrupte figuren. 

Het verschil zit echter in de uitvoering, politie en recht zijn normaliter plichtig aan de wetgever en zo hoopt men het democratisch te controleren.  Er zijn zeker gevaren en nadelen hieraan. Het systeem is maar zo sterk als de wetgever humaan of democratisch is. Een psychopathische tiran als wetgever maakt hiervan een moordmachine. Een democratie is zeker beter maar geen automatische garantie op menselijkheid. Een politie/recht zonder wetgever evolueert echter steeds naar een tirannieke versie.  In extremis krijgt men hiermee een militaire tirannie wat zeker genoeg gekend is. Maar ook meer beperktere vrije politie/recht is een pest van geweld, misbruiken en onmenselijkheid. Onze magistraten dromen vandaag al van een geweld waar Napoleon nog verbaasd van zou zijn. Zij spreken openlijk van invoeren van slavernij en gezinscontrole waar Stalin gebloosd van had. En vrije politie heeft ook al zijn onwaarde aangetoond met foltering, verkrachting en moord.

Maar het kan nog erger als men de zogenaamde vrijheid nog verder zet en de gehele structuur zelfs vrij maakt van het beklemmende harnas. Men speelt dan wel een legale bescherming kwijt maar is door niets meer beperkt in doen, laten en zijn. Het maakt vooral ook moeilijker om het instituut zelf voor zijn wandaden aansprakelijk te stellen. Schiet politieman X een burger dood, dan is het hele politieapparaat verantwoordelijk. Men zal het verbloemen, verbergen en zo meer, daar is zelfs een wettelijk harnas voor gesmeed. Maar er is wel een beperking in doen die voorkomt dat men ongelimiteerd kan verder doen. Bij een instituut zonder regels, de zedenpolitie dus, is er echter geen beperking op wat toelaatbaar is. Er is enige beperking van regels die gelden voor iedereen, maar op basis van het heilige wordt elke daad goed.

Als antwoord dient men het begrip vrijheid beter te begrijpen. Een vrijheid van instituten, geweldplegers, zeden dictaten enz is geen goede vrijheid, zelfs doorslecht. Vrijheid is enkel waardevol als het om mensen en menselijkheid gaat niet als het om de vrijheid van het opleggen van zeden gaat. Een vaststelling die zo gemakkelijk is als een blik bonen klaarmaken maar de gevolgen kan men evenmin goed bevatten al is het helemaal niet zo moeilijk.

Een tweede factor is een opheffen van taboes. Geen opheffing om perversie of andere onmenselijkheid te promoten. Dat zin taboes pervers doorbreken om de zelfzucht. Waar het om gaat zijn die dingen durven benoemen en beschrijven die tegen de zogenaamde goede zeden gaan. W is dronkaard, druggebruiker en heeft seks als een konijn. Schuldig door eigenwaan dus aan zich te laten vermoorden.  Het taboe doorbreken houdt in dat W toch een mens is en die mag men niet vermoorden.

Nu blijft de vraag nog welke absolute boosdoener nu de verslaggever aanviel? Het waren de bonen. 
Die geven zoals algemeen geweten vreselijke onzedige en pijnlijke gedragingen en dan wilt de grond niet open gaan. 

De multiculturele zedenpolitie

Terwijl men gewoonlijk constant met moslim bedreiging en sharia om de oren wordt geslagen, gebeurt er nu iets uitzonderlijk. Brave nazistem lopen hand in hand met nog bravere moslims en porren de ook al brave maar wat luie politie aan tot meer ingrijpen. Men zou bijna tranen in zijn ogen krijgen van die multicultuur in zo'n eendrachtige actie. Aileen is het wel niet de multicultuur van de menselijkheid maar een multicultuur van de haat. Het meest wreedaardige dat men gemeen heeft in de diverse culturen, de zedenpolitie.

De plaats van gebeuren is het Antwerpen-Noord gebied, pers spreekt van de Antwerpse Seefhoek maar qua ligging is dat maar een zijgrens. Waar het om gaat is het gebied ten Noorden van het Centraal Station aanleunend bij de leien. De ondergrens wordt gevormd door de arbeiders woongebieden die grenzen aan Borgerhout.  Getekend op een kaart is het ongeveer een hartvorm vertrekkend aan het Astrid Plein (Centraal Station)

Dit gebied speelt een belangrijke rol in de Antwerpse geschiedenis sinds de 16e eeuw. Het was het gebied van de Antwerpse hagenpreken en later het smokkelgebied tijdens het het beleg van Antwerpen. Aan deze glorie kwam een eind toen het Antwerps stadsbestuur de misdaad ging beknotten en goed gedrag ging invoeren en hiermee de stad in eeuwen ellende stortte. Het gebied kreeg dan meer te maken met de onderbuik van Antwerpen en werd de officiële prostitutie zone gevolgd door de genoegens van drank. Hiermee werd de toon gezet voor een verdoken haat-liefde verhouding. Enerzijds was het de bron voor de basisbehoeften van een bruisende stad en anderzijds was het te ongehoord om naar te kijken.

Een situatie die voortging tot het einde van de 20e eeuw. Het heilige stadsbestuur vond het toen nodig om de prostitutie er na 400 jaar weg te jagen. Er was zeker een hoop ellende en misdadigheid mee opgekomen. Slavenhandel en kinderprostitutie woekerde er hevig. Maar deze echte criminaliteit kreeg geen aandacht, het ware de stoute vrouwen van de vleselijke geneugten die op de brandstapel euh uitzettingscentra en gevangenis mochten rekenen. Voor de echte criminelen zoals pooiers was er welgeteld 1 cel voorzien. Slavernij en kinderhandel is dus nooit aangepakt en heeft rustigere oorden opgezocht. Een kleine verbetering voor de buurt zelfs maar dat beter noemen is pervers.

Naast seks kwam men dan op het andere buurt probleem, men dronk en rookte als een ketter. De laatste jaren concentreerde men zich vooral op bestrijding van de ongehoord genietende mens. Zoals watermetingen al hebben aangetoond is genieten in Antwerpen wel een algemene plaag en zelfs het meest uitgesproken in het Zuiden van Antwerpen rond het oude bezettingsfort. De metingen waren niet gedetailleerd genoeg om het schoon verdiep te isoleren maar enige piek aldaar is niet uitgesloten. Wat zeker wel het geval is is dat rond de Grote Markt naast een uitgebreide officieele genotshandel een weelderige alternatieve genotshandel bestaat.  Maar zulk genot is ongehoord voor de meer arme bevolking, die zich in gebeden en vroomheid moet bezinnen waarom god hen met hun ellende straft.  Deze uitspraak dateert wel uit de 17 eeuw maar met wat variatie geldt die nog altijd zo niet meer.

Deze uitspraak leidt ons naar een van de laatste taboes van de mensheid, de zedenpolitie. Het is een vreemd taboe, de meeste taboe kennen hun stilte omdat we ze afkeuren en niet willen kennen. De al aangehaalde kinderprostitutie mag niet genoemd worden wat het is ondenkbaar dat die zou bestaan. De zedenpolitie voldoet niet helemaal aan dat kenmerk. Men wilt die niet enkel ze is zelfs de heiligheid zelve. Maar het taboe is hier om wat de zedenpolitie bestrijd, de zonden der mensen willen we niet kennen, geen contact mee hebben zelfs niet eens bestrijden. Zoals elk taboe is die 'zondigheid' zeker zwaar in vraag te stellen. Maar het is wel moeilijker een taboe op te heffen op de afkeer van een zonde.

Een ander facet dat enerzijds het taboe versterkt maar anderzijds het juist in de aandacht brengt is de wreedaardigheid van de zedenpolitie. Hypocrisie, onmenselijkheid, willekeur en soortgelijke minachting van de mens zijn onlosmakelijk hiermee verbonden.

Maar hoe manifesteert deze zedenpolitie zich vandaag en specifiek in Antwerpen Noord?

Voor alle zekerheid moet hierbij gesteld worden dat deze beschrijving maar een beperkte weergave kan zijn en het zeker niet alles is. Daarvoor is enerzijds het fenomeen te groot en anderzijds zijn er zeker ook delen waar de informatie over ontbreekt. Geprobeerd is vooral het sociale belang er van te duiden, kleinere en/of geïsoleerde groepen kennen het taboe zeker ook en dikwijls zelfs nog gruwelijker maar hebben minder impact op het sociale geheel.

De klassieke vorm van zedenpolitie is gekend als inquisitie. Gekend is vooral de straf kant met processen en brandstapels. Maar hier van groter belang is het opsporende/uitvoerende deel; de politiekant. Er  bestond een alternatief circuit dat naast pastoors functioneerde, enkele monnikenorden controleerde dit maar de veldwerkers werden geronseld in de 'betere' kringen. Tot ver in de 20e eeuw werden er zelfs speciaal ordes voor naar Antwerpen gestuurd. Het Kievitsklooster is daar nog een overblijfsel van. Deze invloed is de laatste decennia in Antwerpen en elders wel zwaar ingestort. Er wordt wel gepoogd dit nieuw leven in te blazen minder gebaseerd op een geestelijkheid.

Hierbij aansluitend heeft men een fascistische zedenpolitie. Een vreemde eend in de bijt en vnl een erfgenaam van de katholieke (of andere staats godsdienst) goeden zede controle. Men heeft wel enige nieuwe of vernieuwde regels maar in hoofdzaak is het het verder zetten van de katholieke kerkregels.  Deze erfenis is zeker niet beter want wat nog enigszins goed was aan de kerkelijke als toezicht op sociaal gedrag is vervangen door een rassen en haat politiek. Er zijn tientallen mensen die zich heler dagen bezig houden met de 'heilige' zaak, controle op het gedrag van de straat. Jongen M kust meisje A in het openbaar. Z liep er wel vreemd bij enz.

Roddel,vooroordelen en achterklap is hier natuurlijk een deugd. Maar een politie die enkel waarneemt zou niet veel zin hebben. Deze treed ook daadwerkelijk op, dit begint met verbaal geweld maar als de zondaar niet wilt luisteren gaat men over tot meer geavanceerde acties, een lik op stuk beleid, inzetten van honden en andere dieren tot uiteindelijk rapporteren aan de hogere overheden.

Een meer bediscussieerde vorm is de officiële politie en verwanten. De politie heeft natuurlijk zijn reguliere politietaken. Maar wordt ook ingezet om te dienen als zedenpolitie. Politie moet dan niet wet en orde verzekeren maar staat in voor een goed gedrag en zeden. Zeker met systemen als overlastboetes creëert men zodoende een andere vorm van politie, een zedenpolitie ipv een reguliere politie. De scheiding met anderen is niet zo strikt zo men kan afvragen in hoever deze een afzonderlijk iets zijn of een deel van een andere zedenpolitie. In Antwerpen is er zeker een afzonderlijke rol voor daar de regels uit een ander maar wel verwante bron komen. Concreet een fascistische zedenpolitie werkt onder bevel van De Winter, een officiële zedenpolitie onder bevel van PJ. De opdeling is zeker niet absoluut en veel complexer en met meer vermenging.

De vierde grote groep is de Islamistische zedenpolitie. Dit is eigenlijk het apparaat waar men zo doodsbenauwd voor is als men over sharia ed spreekt. De vergissing die men maakt is dat men de 'strijders' verwart met het politiesysteem, in vergelijking zou denken dat de tempeliers de inquisitie waren. De strijders steunen nog op ridderidealen en dergelijke, vol waanzinnigheid maar toch met een medemenselijk kantje. De politie werking is echter zelden nog menselijk te noemen, reageert compleet als een machine, niet vatbaar voor rede en idealen is er zeker een vies woord. Het is zeker niet ongewoon dat deze zelfs de strijders veroordelen. (Tempeliers, Nacht der lange messen, ..)

Die idealistische invoering is natuurlijk lachwekkend en enkel een mogelijk, veelal zwaar overroepen gevaar van terreur. De politionele werking is wel compleet anders, deze steunt meer op oudere mensen. Het minimum ligt dan eerder rond de 40 en loopt zelfs tot ver in de 80. Een jongere bijdrage is meer secundair van belang en dient meer als leer en loop jongen. In Antwerpen is dergelijke politie al actief en controleert zelfs enkele winkelgebieden.

Als 5de speler kent men de Joodse zedenpolitie, deze valt wel buiten het Antwerpen-Noord gebied.  Deze politie is zelfs de oudste en best georganiseerde. Er is in Antwerpen-Noord wel een sterke eigendom aanwezigheid van Joden. Maar de invloed van de zedenpolitie hierop is mij niet gekend.

Nr 6 is een vrij nieuwe telg en dat is de meer protestants/evangelische zedenpolitie. Qua doelgroep en belang is dit zelfs een van de meest belangrijke. Deze beperkt zich wel sterk tot het meer verbale. Dreiging met heksenveroordeling, tovenarij en dergelijke zijn hier niet ongewoon. Extreme/gedwongen veroordeling van zaken als seks en drugs is hier wel meer beperkt tot zelfs geruchten van het omgekeerde..

Van de Hindoe en Boeddhistische strekking ontbreken me de gegevens. Er is zeker enige interne politiewerking maar hoe en van welke aard weet ik niet. Mogelijk is hier meer sprake van maffia dan van zedenpolitie.

Er zijn er zeker nog een hele hoop kleinere en bovenstaande zijn zeker niet solide blokken.

Wie zijn nu de slachtoffers van deze zedenpolitie,  en daar zijn de diverse vormen heel eensgezind in?

In de eerste plaats zijn dat de 'seks misdadigers'. Vrouwen zijn hier het voornaamste slachtoffer. Hun gedrag is zo wel altijd wat misdadig. Deze snode wezens lachen veel te veel, verleiden mannen, verstoren het verkeer en brengen de handelaars tot waanzin.

De tweede groep zijn de homoseksuelen. Die hun misdadigheid is toch duidelijk dat ze de ontkenning zijn van de misdaad der vrouwen. Stel je voor mannen die geen vrouw nodig hebben om gek te zijn. Dus duidelijk zelfs nog meer misdadig.

Deze groep is wel zeer belangrijk omdat ze zowat de enige is die ook naar buiten kan en durft komen. Om diverse redenen is het voor de meeste slachtoffers moeilijk tot onmogelijk om de zeden praktijk aan te klagen. Voor homoseksuelen is dit zeker ook geen lachertje maar zijn we al zover gevorderd dat het mogelijk is. De beschikbare kennis over zedenpolitie steunt dan ook grotendeels op hun ervaringen.

Een derde groep zijn kinderen, zeker die van de tienerbende. Hun geobsedeerd zijn met seks is spreekwoordelijk en die zitten ook volop met de andere misdaden bezig.

Een ook belangrijke groep zijn de genotsmiddelen gebruikers. Deze spiegelen heel duidelijk de kern waar het zeden fenomeen om draait. De hufter moet zich niet vergrijpen aan genot maar zich zedig bezinnen over de oorzaak van zijn ellende, en dat is natuurlijk zijn eigen zondigheid. Als hij regelmatig de leerplaatsen (kerk,synagoog,werklokaal enz) bezoekt, veel bidt en veel schuld belijdt komt het wel goed. Komt het niet goed dan is men duidelijk een slecht mens.

Het is triest om vast te stellen dat men juist voor die waanzin wel de multicultuur omarmt en een eensgezindheid bereikt die anders compleet ondenkbaar is. Zelfs hun slachtoffers kunnen niet eens de moed opbrengen om nog maar beperkt hun gelijkenis als hufter in een veelheid van culturen te vinden.

Zwijmeldrank, de oorzaak achter de zwijmelgeest

Er wordt veel gedaan ter beteugeling van het zwijmelen. En terecht, dagelijks is er onder invloed van allerhande producten een enorme tol aan slachtoffers. Maar de eenvoudigste en goedkoopste oplossing laat men achterwege. Wat het product ook is, waarom men er aandacht aan besteed is niet het genot maar de gevolgen van zwijmelen. Hoeveel doden men zou voorkomen door niet meer van genotmiddelen te spreken maar van zwijmelmiddelen, is ongekend. Maar het zijn enorm veel graven die leeg hadden kunnen zijn. Het lijkt te eenvoudig om er gebruik van te kunnen maken. Noemt het iets anders en de dodenteller draait langzamer.

Maar nog meer van gezwijmel is er bij wat niet in distilleerketels wordt gekookt. Mensen hebben geen drank nodig om een extase, bevrediging of beter gezegd een gezwijmel te bereiken. Eenvoudige wanen, angsten en ander gebalk brengt mensen in een nog zwaardere verdwazing.  Als men nieuwsoverzichten allerhande bekijkt is het opmerkelijk hoe elke jaar een collectieve zwijmelgeest optreed.

Het is geen nieuw fenomeen. Dichters hebben al eeuwen gedicht over deze menselijke eigenaardigheid. Maar wat wel opmerkelijk is is dat in de 21e eeuw die dichters uitgestorven lijken. De geest is er nog steeds zelfs meer dan ooit maar er wordt niet meer over gesproken. Dronken zijn is even normaal geworden als pedofilie in een kerk. Als het dronken is door middel van drank en stoffen, zou het enkel dodelijk zijn maar niet zo erg. Bedenkelijker is dat men zelfs in de meest sobere toestand al zo zwijmelt.

Er is dus zeker ook heel wat 'zwijmeldrank' die niet in vaten gebrouwd wordt. De grote vraag is nu welke drank is het allemaal; Als antwoord op die vraag en het zwijgen der dichters in gedachten lijkt het mij nuttig om eens op zoek te gaan naar de akkers, de brouwerijen en verdeelcentra van de verzwegen zwijmeldrank; Een zoektocht die hopelijk een antwoord verschaft op de zwijmelgeest.